Zaterdag lukte het helaas niet om tijdig onder de wol te gaan. Het was ook een actieve dag, die we afsloten met een diner in een Marokkaans restaurant (zonder buikdanseres) en daarna nog een glaasje Moezelwijn.
Ik wilde gaan fietsen tijdens Luik-Bastenaken-Luik en wel een honderdtal kilometers over het parcours.
Nu fiets ik niet vaak in zulke bergstreken, en ik kan weliswaar goed oefenen in onze Limburgse heuvels, maar die Ardennen vergen toch even net wat meer. Het duurde een tijdje voor ik de slaap te pakken had.
Ik wilde om 06.00 op staan, maar ik sliep door de wekker heen. Om 07.15 werd ik wakker en om 07.30 zat ik in mijn autootje, waarmee ik naar het bij Luik gelegen Herstal reed. Daar wilde ik de fiets mee nemen op de directe trein naar Vielsalm, en het had waarschijnlijk net gelukt om in de trein van 08.04 in te stappen, ware het niet dat deze trein er in tegenstelling tot treinen van 07.04 en 09.04 niet is. Dus toen reed ik maar een rondje op mijn fietsje, pardoes de eerste helling op.
Om 09.04 stapte ik op de trein en hing mijn materiaal op in een fietscompartimentje. Vijf kwartier later, met stops in plaatsen als Ravage, Coo en Trois Ponts waren we dan in Vielsalm. Onderweg hadden we ook zicht op de Redoute, die vol stond met kampeerwagens.
Station Vielsalm ligt vrijwel aan de route. Tevoren had ik kopieën gemaakt van kaarten van de streek, maar die had ik vergeten mee te nemen. Dat was geen enkel punt, want de route bleek bijzonder duidelijk aangegeven te staan. Veel duidelijker nog dan de Gold Race, waarvan de bordjes voorzien zijn van veel te kleine pijlen. Chapeau daarvoor.
Het ging al direct toch wat omlaag in het Ambleve-dal, zodat al heel snel de cote de Wanne onder mijn wielen verscheen. Daarna volgden nog acht hellingen… De Wanne kwam ik prima op en mijn materiaal was in goede staat, wat daarbij ook een belangrijke factor is. Bij Stavelot raakte ik tóch de route even kwijt, maakte een stukje extra buiten het parcours, en toen beklom ik de Stockeu, per ongeluk, van de verkeerde kant.
In Stavelot liggen irritante kinderhoofdjes. De Haute Levee gaat meteen flink steil omhoog en in de enige bocht van de klim, op een steil stukje, stonden een paar Hollanders waarvan een het wel nodig vond te zeggen dat ik volgende week boven zou zijn. Na het rechte stuk naar Francorchamps een stuk met stijgende, dalende en slingerende weggetjes tot alweer heel snel de Rosier in beeld kwam, nu van een andere kant als waar ik ‘m eerder eens besteeg. Deze langste klim van LBL kwam ik heel goed op en over, en van grote hoogte, je zit daar op 550 meter, suis je dan met 45 tot 55 kmh af naar Remourchamps, dat bij La Redoute hoort als Valkenburg bij de Cauberg.
Het liep tegen tweeën en inmiddels had ik dus nog een tweetal uren voorsprong op het peloton. Het was een erg warme dag. Ik fiets altijd zonder helm of pet, want die heb ik niet, maar op sommige klimmetjes werd het hoofd toch wel duidelijk warmer. Boeh, warme voorjaarsdagen!
Bij het frietkot sloeg ik een paar drankjes in. Volgens mij is een sportdrank zinvoller dan cola light, want die laatste levert alleen vocht en géén suikers, maar goed, de foute keus was nu eenmaal al gemaakt, de frisdrankautomaat onverbiddelijk. Echte cola is ook helemaal niks voor rap fietsen, je bek gaat er zo van plakken. Een kaaskroket leek me wel verantwoord, onderweg veel eten is meestal niet zo verstandig, zeker niet aan de voet van verschrikkelijke hellingen.
Inmiddels met het koersverslag uit mijn walkmanradio op mijn oren – of een poging daartoe want de ontvangst was niet erg goed en de Vlaming viel steeds weg – ging ik weer verder, de Redoute op, waar het al aardig druk was. Ook deze helling had ik nog niet eerder bedwongen, maar in een licht verzet begon ik aan iets waarvan ik niet zo goed wist hoe het eindigen zou. De tweede helft was steiler, maar de “21%” die op de weg was geschilderd ging ik genadeloos over en ergens viel het percentage wat terug.
De cote de Sprimont stelde niet al te veel voor, maar inmiddels had ik toch wel wat in de benen. De eerste drie uur had ik een gemiddelde van 20 kmh, nu zakte dat wat terug naar ongeveer 18 kmh. Kort voor de Roche aux Faucons kwam de reclamecaravan langs, en ik lag dus nog een uur voor op het peloton. Als eerste fietser ging ik na de reclamecaravaan deze nieuwe LBL helling op en werd prima aangemoedigd en regelmatig voor een Philippe Gilbert uitgemaakt… Hoewel gemiddeld steiler dan de Redoute, wel iets korter, vond ik de beproeving vergelijkbaar met de Redoute. Maar na de top van de Roche aux Faucons begonnen de problemen voor mij pas… Daar bleek het weer behoorlijk steil op te lopen, en dat was voor mij toch wel onverwacht, want de helling die nog volgde was toch eigenlijk het predicaat van cote (helling) wel waard.
Dan in een noodvaart omlaag naar het Maasdal, Esneux meen ik, en in de straten van Saint Nicolas met zijn multiculturele bevolking werd iedere snelle fietser enthousiast aangemoedigd door de mensen die er wonen. Kort voor de laatste cote van Saint Nicolas was ik door mijn water en rantsoenen heen en dat beviel me niet erg. Maar goed, die Saint Nicolas is maar één kilometer lang, wel erg steil, dus ik begon en dacht – we zien wel waar we komen. En ik kwam een eind. Ik smachtte naar vocht en wou dat ik een prof was en een fles aangereikt zou krijgen vanuit het publiek. De Saint Nicolas is en blijft maar steil, er zit nauwelijks een rustpunt in, en gaat met bochten omhoog. Bij de laatste bocht gaf ik er even de brui aan. Bierdrinkende Limburgse jongens “vingen mij op”. Het laatste steile stukje liep ik maar, en toen het wat afvlakte ging ik weer op de pedalen. Maar een agent liet me na de top van de Saint Nicolas – ongeveer vijf kilometer voor de meet – niet verder rijden.
Het finishgebied van LBL is een stevig bewaakt gebied. Nu had ik waarschijnlijk ook nog maar een half uur voor op de koers. Over alternatieve weggetjes kwam ik tot vlak voor het vod van de laatste kilometer, waar ik rustig Valverde, Schleck, Dekker, Bettini en anderen voorbij heb zien komen. Toen fietste ik weer terug naar Herstal.
Dat was mijn LBL 2008. Een heerlijke inspannende rit van eenhonderd kilometer, en nog twintig extra buiten het parcours. Wat een fantastisch gebied, schitterende natuur, hoogteverschillen, alles…!
Een volgende keer zou ik wel proberen een vroegere trein te nemen, zodat ik niet na tienen maar na achten kan beginnen, wellicht ook vanuit Gouvy. Allee, we zien wel.