Het Croix Renard troont vanaf zijn plateau als een langpootspin over de omliggende dorpen en dalen. Forêt, Prayon, Hansez, Olne, Gelivaux; zij allen zijn te bestrijken vanuit dit punt. Om er te komen liggen diverse beklimmingen op de loer; altijd bereid om je er een te draaien.
Vanuit Nessonvaux vreet de Hansez je aan de kuiten, vanuit Prayon (Trooz) de côte de Forêt. Maar Wallonië zou niet zijn wat het is als er niet nóg een klauterstraat heen zou leiden.
Een kleine kilometer voorbij de voet van de côte de Forêt, richting Nessonvaux, kun je een klein bruggetje over de Vesdre nemen; de rue de la Fenderie. Binnen de vijftig meter voltrekt zich de metamorfose van drukke raasweg tot sprookjesbos. Restanten van kasteel en weelderige bossages flankeren een keurig asfaltweggetje dat argeloos langs een aftakking van de Vesdre kuiert. Even verder dient de klim zich aan. Je kunt van de Walen zeggen wat je wil, maar namen bedenken kunnen ze: de naam Rys des Chenaux is van een gewicht dat je zou zoeken in een stad als Nice of Parijs. Zet er Boulevard voor en je wordt op slag geloofd. Hier echter word je na een paar honderd meter verrast door de plotselinge verdwijning van het asfalt en gaat de Rys als een vers gebombardeerd ezelspad het bos in. Eigenlijk ongeschikt voor racefietsers, maar als je er toch bent… Grote brokken macadam koesteren de vergane glorie van wat ooit een verharde straat moet zijn geweest, maar het duurt bijna vierhonderd meter klimwerk voordat de beschaving zich weer manifesteert. Wie denkt dat bewoning in die omstandigheden niet voorkomt vergist zich. Ook hier hebben een paar locals zich met ruim opgezette bouwsels in de natuur verschanst, handig profiterend van het onuitroeibare nepotisme bezuiden de taalgrens.
De klim is niet overdreven steil hoewel hij je halverwege toch met een ferme opwaartse knik van het zadel tilt. Geniet van de groene rust, al kunnen hard-knallende quads je ook hier onversaagd voorbij razen. Na ongeveer anderhalve kilometer verlaat je de lommer en ligt nog een ferm stuk vals plat op je te wachten. Onderweg passeer je het gehucht Gelivaux, onwerkelijk in zijn boerenrust, volstrekt onberoerd door de jachtigheid van twee kilometer verder. Na drie kilometer in totaal is er het Croix Renard en heb je de keuze uit alle vier de windrichtingen. Mocht je hier belaagd worden door vooroorlogse jachtvliegtuigen: wees niet bevreesd, het zijn onbewapende miniatuurtoestellen van de plaatselijke vliegclub die dit plateau als thuishaven hebben.